Oud en nieuw: de oliebol
Het lijkt alsof het altijd zo geweest is met oud en nieuw: oliebollen, de oudejaarsconference, vuurwerk en de volgende ochtend de nieuwjaarsduik. Toch was er ooit een eerste keer voor al deze tradities. Vandaag de oliebol: een zeer oude traditie!
De oliebol bij de Bataven en Friezen
Geloof het of niet, maar al bij de Bataven en de Friezen, aan het begin van de Christelijke jaartelling, werden aan het einde van het jaar bollen gebakken die te vergelijken zijn met de oliebol. Tijdens het Joelfeest werd voedsel geofferd om de goden tevreden te stellen. Het offervoedsel werd gewikkeld in meel en vervolgens gebakken in olie. Na het bakken werden de offers bestrooid met wit meel, wat voor een uiterlijke gelijkenis met de oliebol zorgt. De belangrijkste godin waaraan geofferd werd, was Perchta. Door het vet in de offers zou het zwaard van Perchta van het lichaam glijden bij degenen die oliebollen hadden gegeten. Zij zouden hierdoor de aanval Perchta overleven.
De oliebol in de Middeleeuwen
Een ander herkomstverhaal van de oliebol stamt uit de Middeleeuwen. Destijds vond aan het einde van de vastenperiode het kerstfeest plaats. Dit werd gevierd met onder andere het eten van oliekoeken. Deze bestonden uit houdbare grondstoffen en waren volgezogen met vet tijdens het bakken. Hierdoor waren de koeken voedzaam én lekker. Een andere mogelijke oorsprong van de oliebol is Portugal. In Portugal at men in de Middeleeuwen koeken die op oliebollen leken en het zou kunnen dat de Portugese Joden, die tijdens de Spaanse Inquisitie naar Nederland vluchtten, het recept hiervoor meenamen. Tijdens perioden van beleg speelden de oliekoeken een belangrijke rol. Olie en meel zijn lang houdbaar en daarom sloegen kastelen deze producten massaal in. Als al het andere eten op was, werden de oliekoeken gebakken.
De ronde oliebol
Vergeleken met de huidige oliebol waren deze middeleeuwse varianten allemaal plat. Pas in de 17e eeuw werden de oliebollen wat ronder, omdat er pas vanaf die tijd goede olijfolie beschikbaar was. In de negentiende eeuw werd de oliebol vervolgens de bekende lekkernij die wordt gegeten met oud en nieuw. Dit lijkt te herleiden tot het laatmiddeleeuwse gebruik om de armen rond oud en nieuw te trakteren op een speciaal plat wafeltje of oliekoek. Armen die mensen een gelukkig Nieuwjaar wensten moesten destijds getrakteerd worden. Dit liep soms echter wat uit de hand, doordat de armen iedere willekeurige voorbijganger geluk wensten, in de hoop op een lekkernij.